Wanneer je denkt dat je heel rock-’n-roll bent, maar de fietsenmaker denkt dat je een Urban Arrow hebt

“Rijd uw bakfiets maar alvast naar binnen, mevrouw,” zei de fietsenmaker. Met een schuin knikje wees hij me op de laatste vrije vierkante meter in de winkel.

“Zet 'm daar maar ff neer.”

Twijfelachtig keek ik over m’n schouder. Was er misschien nog iemand binnengelopen?

Zo iemand die eruitzag alsof ze takjes zoekt, nestjes bouwt en meer dan alleen ‘r eigen snaveltje voedt?

Zo iemand die met Levi en Noah door Amsterdam-Zuid zoeft op een Urban Arrow, terwijl ze kinderliedjes ratelt.

Zo iemand op wie Rob Peetoom z’n windturbine richt. En dat daarna elke spriet met veel volume in de pas loopt, voor altijd. 

Maar er was niemand in de fietsenwinkel.

Ik was alleen en er was geen ontkomen aan: de fietsenmaker had ‘t tegen mij. 

Ik was de u. 

De hele mevrouw. 

Degene met de bakfiets. 

Ik wilde zeggen dat ik vanochtend m’n haar niet had gekamd. En gister ook niet. 

En dat ik een oma-barrel had. Kijk maar, staat hier om ‘t hoekje. En stil eens. Hoor je dat? Hij rammelt zelfs als ie stilstaat, haha. Echt heel oud, hoor. Niks elektrisch aan.

En we hebben een band, dat barrel en ik. We galopperen over prairies, zelfs met handen los. Ooit Rob Peetoom-kapsels die bak zonder handen over de grachten zien bestieren?

Precies, ik ook niet.

Nee, ook niet op straat gekocht, ofzo. Helpt jullie business omver, weet ik wel. En ja, ik heb ‘t zelf ook wel eens gehad, dat ie er ‘s ochtends niet meer stond. 

M’n fiets, m’n paard, m’n baby: huilen. 

Dus, nee dat kopen op straat doe ik niet. Voor niemand goed. 

Wat dacht jij, nou?

Ben toch een hele mevrouw, joh.

Vorige
Vorige

COVID-19 bracht me 15 afleveringen Bob Sikkes, Roos Reedijk en messing

Volgende
Volgende

Ik luisterde naar de podcast van Tatjana Almuli toen ze ineens achter me kwam zitten