‘Geld maakt niet gelukkig, maar elke dag pistache-ijs wel,’ zei een petieterige Spanjaard

Weer of geen weer: je moest niet aan Vicente’s pistache-ijsje komen. Elke dag at hij er eentje.

Ik leerde deze kleine Spanjaard kennen toen ik ooit als baan sleutels overhandigde in andermans Airbnb-huizen waar ik op andermans banken zat te wachten op andermans gasten en ondertussen andermans nootjes uit andermans kastjes at.

‘t Was een scrupulesvrije tijd. Zo ergens tussen de financiële crisis (2008) en het woonprotest (2021) in.

Valt van alles over te zeggen, ding is dat ik in al die huizen veel paradijsvogels heb ontmoet.

Vicente was er eentje, en ‘t was een van de mooiste van het woud.

Hij was één turf hoog en een halve eeuw oud. Hij was zo kaal als een knikker en alles aan ‘m was gerijpt door de Spaanse zon: z’n groefjes, z’n plooien en z’n humeur.

Hij lachte voortdurend als een Spaanse mitrailleur (‘Jajajajajajaja’) en zelfs dat klonk lief en zacht.

Vincente vond alles leuk.

Ik vroeg me af waar dat toch zo vandaan kwam, en besloot het ‘m te vragen.

Hij stopte met lachen.

Het werd stil.

Hij keek me aan, werd ernstig.

“Oh, jee,” dacht ik.

Toen fluisterde hij:

“Pistache-ijs… Elke dag een hoorntje, en dan zo eentje met twee bolletjes.”

Ik knikte.

We praatten nog wat, ik gaf ‘m de sleutels, vertelde over de wifi en moest maar weer eens verder.

IJsje halen, ofzo.

¡A dios!

Vorige
Vorige

Ik luisterde naar de podcast van Tatjana Almuli toen ze ineens achter me kwam zitten

Volgende
Volgende

Een minuscule ode aan een astronomische schuilstoel