Overdag is zij een georganiseerde copywriter, maar ‘s nachts is zij Repelsteeltje (een eerlijk verhaal over deadlines, Merci-papiertjes, vrijheid, falen en freelancen)

Laatst appte een startende copywriter me of ik nog tips had. Hoe doe jij dat eigenlijk altijd? Met klanten? Deadlines? Geld? 

Het was 15:00 uur ’s middags.

Ik had een deadline.

Naast me lagen tien lege Merci-papiertjes. Die met cappucinosmaak en witte onderkant waren eerst gegaan. Toen de melk-met-amandel-reepjes en omdat het moest nog twee pure.

Ik zette m’n serie even op pauze. 

Tips, dus.

Want wat vond ik nou eigenlijk van dat gefreelance?

Die vrijheid is leuk, enzo. Maar als gevoelig, loyaal en rommelig persoon kan dat gepiel met letters en klanten best wel terror zijn.

In je eentje. Naast een monsteraplant.

Er zijn mailtjes die binnen een bepaalde tijd beantwoord moeten worden. Er zijn mensen die de hele tijd wat van je willen. Omdat ze je, nou ja, ervoor betalen.

Te bang om te falen doe je ’t toch. Te vaak tot diep in de nacht in het blauwe schermlicht van je laptop. 

Je zit te puzzelen en te schaven. Te slepen, te creëren en te staren.

Rikketikketikketik, klinkt het in je woonkamer.

Verder is het stil.

En je had ’t je dit keer nog zo anders voorgenomen. Op tijd beginnen, enzo. 

Maar er was geen inspiratie.

Er was WhatsApp. Er waren mensen die vroegen of je naar Lowlands ging. Er was zoveel tijd.

Maar ineens niet meer. En dus moest je. 

Want je wilde niet teleurstellen, te bang voor de afwijzing. Te bang dat ze je doorhadden. Dat je wel goed kon schrijven, hoor. Echt. 

Maar je bent hoog risico.

En in een keer pers je het er allemaal weer uit.

Je krijgt weer veren in je ass. Je plukt die complimentjes. Je voelt je weer de koningin.

Ongenaakbaar, georganiseerd. Iemand met een mappenstructuur en een kast op kleur. Iemand die offertes maakt, iemand met tijdlijnplanningen en feedbacksessies.

Zo iemand die advies geeft. Niet alleen 24/7 ongevraagd aan jezelf. Maar betaald aan anderen, omdat je iets kunt.

Iemand die op vaste tijden vier keer per week sport en gekookte haverkorrels in zakjes in de vriezer heeft liggen.

‘Makkelijk voor in de salade als lunch,’ zeg je tegen de startende freelancer.

Maar ’t is een gevecht.

Een gevecht met letters, met de juiste woorden. Een gevecht met verwachtingen, structuur, perfectionisme, eenzaamheid en deadlines.

Een stil gevecht met mensen die je betalen voor je eindkunstje. Je eindproduct. Dat mooi geschaafde werkje waaraan elke letter klopt. Waar alles pakkend geschreven is. Perfect qua toon ook, trouwens.

‘Dank je wel nog, hè,’ mail je terug.

Terwijl niemand weet, niemand weet dat jij 's nachts Repelsteeltje heet.

Vorige
Vorige

Als je 67 bent, kun je nog prima in een dorm slapen. Want in hotelkamers praat die gevouwen zwaan nooit terug

Volgende
Volgende

Volg de broodkruimeltjes in ‘t Grote Instagram Woud en gij zult Coachella vinden (en Jaimie Vaes en Beyoncé nakend op een paard)