Van iemand naar niemand naar iemand (over integreren als digital nom*d in Portugal)

Op de hoek van m’n straat in Lissabon zit een Chinese supermarkt met één miljoen spulletjes. Elke ochtend wandel ik erlangs en staat de eigenaar als the king of the castle in de deuropening van zijn spulletjespaleis.

“Bom dia,” groette hij me na een tijdje, en ik zei dat vanaf toen elke dag terug.

Heel soms ga ik er wel eens naar binnen. Het is zo’n shop waar je komt voor ducttape en eindigt met bruidspoppetjes op satéprikkers, plastic zonnebloemen, fortune-wierook, een katje met zwaai-arm (droom van een beige Japandi-interieur is reeds heengegaan), vier placemats (überhaupt: placemats), een display-sticker voor natuurlijk fake-licht op je mobiel (handig voor longreads over massaconsumptie) en een XXL-rolkoffer.

Want je moet ’t ergens in stoppen als je naar huis gaat.

Naar huis, dus.

Een jaar eerder was ik vertrokken op de fiets. Zes weken ANWB-fietsvakantie liep uit in een jaar als digital n*mad in Portugal.

Een moeilijk woord.

Toch wees alles erop het waar was.

De Apple-laptop, de coworkspace, de zoomschermpjes, de vreemde monsteraplant, de surflessen, natuurlijk de dromen van een omgebouwd Volkswagen-busje en zo’n jongen erbij met zout in z’n haar.

En al die identiteitscrisisgesprekjes.

Een jaar lang heb ik weer minisollicitatiegesprekjes gevoerd. Aftastende dialoogjes die je eigenlijk bijna nooit meer voert in een land waar je al iemand bent. Iemand met voorkeuren, iemand met een muzieksmaak, iemand met vrienden.

Iemand waarvan sommigen al heel lang weten wat voor iemand je bent.

In een nieuw land heb je dat niet. Niemand kent je, je kunt niet comfortabel achterover leunen aan een tafel met vreemden. Je moet weer een beetje je best doen, zoals die eerste dag op de middelbare school.

En dus begin je bij ‘t begin. Bij de openingszin, en die is cruciaal.

Want wat zeg je eerst?

‘Ik ben vegan.”

Of:

‘Crossfit is helemaal m’n ding*.’

Of:

'Haha, ja ik wil wel mee naar Ricardo Villalobos van vrijdag tot maandag.’

Of:

‘Ons dominante, kapitalistische stelsel heeft voortdurende expansie nodig om de eigen teloorgang te voorkomen.’

Met de altijd sluimerende kans ge-wc’d te worden bij de verkeerde inzet.

Pijnlijk.

Want je bent gretig. Gretig op zoek naar die klik, waarbij het helemaal vanzelf gaat. Waarbij de aarde rondjes draait en geen van tweeën dat doorheeft. Komt omdat die ander óók vegan is.

Óf crossfit.

En ja, je kunt ook gewoon jezelf zijn, enzo. Maar dat vergeet je nog wel eens.

Des te geweldiger als het er wél is. Die klik.

Zomaar ineens. Patsboem, je hebt vrienden.


Langzaamaan begin je je thuis te voelen.

Zwaai je elke ochtend naar de eigenaar van het spulletjespaleis, ken je de geheime steegjes van Lissabon, denk je niet meer zo na over eerste zinnen.

Omdat je ze minder vaak nodig hebt.

En, nou ja, je bent gewoon vegan én houdt van crossfit. En das prima.

Obrigada Portugal <3.

*100% geïnspireerd op m’n lievelingsmeme: 'What do you tell people first?'

Vorige
Vorige

Een minuscule ode aan een astronomische schuilstoel

Volgende
Volgende

Wat je kunt leren van een glanzende gladiator in een lendelapje van Adidas