Wat je moet doen als je eigenlijk een rockster bent, maar de wereld dat nog niet weet (tip: alles geven)

In ’t schimmigste zolderzaaltje van de Melkweg stond een aspirant-rockster op ’t podium. Het was maandagavond, er waren vijftien mensen en iedereen dronk nul-punt-nul.

Het kon de aspirant-rockster niets schelen.

Vanavond stond hij op Glastonbury. Het was uitverkocht en samen met z'n toetsenist was hij de hoofdact.

In een leren broek, een rood topje en met een buik van zes blokjes, bewoog Niels Fejrskov van de Gents als Freddie Mercury, Tina Turner én Prince in één over ‘t pieperige podiumpje. 


Op lievelingsliedjes Young Again en Love is Tears liet ie vijftien mensen vergeten dat 't eigenlijk pas maandag was.

Hij gaf alles.

En wij deinden, keken en dansten.

Één uur en twaalf minuten lang luisterden we naar een zachte synth-pop-eighties-sound, die klonk als... ja, nee als niets of niemand eigenlijk. 

Op het podium stond een wereldster.

Niet geïntimideerd door kaartjes die niet verkopen. Niet geïntimideerd door een ‘ze vinden me niet leuk’. Niet geïntimideerd door die lege plekken. Niet geïntimideerd door een tour die niet loopt. Niet geïntimideerd door weinig fans hebben. Niet geïntimideerd door wat dan ook.

Maar gewoon, patsboem: prime-time performance. En je hele rocksterrendom op één druilmaandagavond in een vies, petieterig zweetzaaltje proppen.

Ik sta in ieder geval volgend jaar vooraan op Glastonbury.

Vorige
Vorige

Een blog over de herwaardering van de blauwe bureaustoel en ‘t verstelbare hendeltje

Volgende
Volgende

Wat als je vaste klant je afwijst? (En hoe je dan ‘t beste kunt reageren)